Leerproblemen – leerstoornis

Sommige kinderen ondervinden moeilijkheden op school met lezen, spellen en/of rekenen. Soms gaat het over een achterstand die weer kan ingehaald worden. We spreken dan over leerproblemen. Dit kan gaan om problemen bij het automatiseren, maar ook bij het aanleren van vaardigheden of technieken.
Bij andere kinderen blijven deze problemen hardnekkig voortduren, ook na intensieve begeleiding. We spreken dan over een echte leerstoornis. Er zijn drie domeinen waarop leerproblemen zich kunnen situeren. Het is mogelijk dat het kind op meerdere domeinen moeilijkheden ondervindt.

Dyslexie (lezen)

Dyslexie is een stoornis die gekenmerkt wordt door een hardnekkig probleem bij het aanleren en vlot toepassen van het lezen en/of het spellen op woordniveau. Als kinderen leren lezen en schrijven, leren ze letters te koppelen aan klanken en klanken te koppelen aan letters. In het begin is dit een moeilijk proces maar, doordat ze regelmatig oefenen, wordt dit geautomatiseerd. Bij kinderen met dyslexie is er duidelijk een automatisatieprobleem aanwezig. De leesproblemen zijn ondanks intensieve therapie zeer hardnekkig.

Dysorthografie (spelling)

Dysorthografie is sterk verwant met dyslexie. Beide stoornissen komen ook vaak samen voor. Bij kinderen met dysorthografie doen zich ernstige problemen voor op het gebied van spelling. Deze kinderen hebben moeite met het analyseren van hoorwoorden, het memoriseren van onthoudwoorden (ei/ij, au/ou, …) en het kunnen toepassen van spellingsregels (vb. werkwoordsvervoegingen).

Dyscalculie (rekenen)

Bij kinderen met dyscalculie gaat het rekenen moeizamer. De rekenachterstand komt niet overeen met het vermogen tot leren op andere gebieden (zoals lezen en schrijven). Kinderen met dyscalculie gaan ondanks veel en gericht oefenen (bijna) niet vooruit. Het automatiseren komt niet of moeizaam tot stand. Vaak heeft een kind met dyscalculie weinig (ruimtelijk) inzicht, moeite met klokkijken en geen sterk geheugen.